
Vitamine D2, vitamine D3 of gewoon vitamine D? In het dagelijks leven hebben we het vaak alleen over vitamine D. Maar wat is het verschil tussen vitamine D en vitamine D3? In dit artikel zullen we deze vraag tot op de bodem uitzoeken en antwoorden geven op de belangrijkste vragen over dit onderwerp.
Behalve essentiële achtergrondinformatie over vitamine D en zijn subgroepen, hebben we ook de vier belangrijkste verschillen tussen vitamine D en vitamine D3 behandeld. Hiermee willen we dat je uitvoerig over het onderwerp geïnformeerd wordt en eindelijk duidelijkheid krijgt. Veel leesplezier!
De belangrijkste feiten in het kort
- Strikt genomen is vitamine D geen vitamine, maar een hormoon dat het lichaam vooral nodig heeft om de botten te versterken.
- Het kan in twee vormen voorkomen, vitamine D2 en vitamine D3. Terwijl vitamine D2 alleen via voedsel en supplementen wordt opgenomen, kan vitamine D3 ook door zonlicht op de huid worden aangemaakt.
- Vergeleken met andere vitamine D groepen blijkt vitamine D3 de meest effectieve vorm te zijn en dient het het lichaam om de vitamine D niveaus op de best mogelijke manier te verhogen.
Definitie: Wat is vitamine D?
Omdat vitamine D het woord vitamine in zijn naam heeft, nemen veel mensen begrijpelijkerwijs aan dat het een vitamine is. Strikt genomen is dit echter niet het geval, want men kan eerder spreken van een hormoon dan van een vitamine.
Dat komt omdat vitamines organische verbindingen zijn, waarvan het lichaam sommige zelf niet of slechts in geringe mate kan aanmaken, maar die het dringend nodig heeft om te overleven. Om deze vitale verbindingen te kunnen aanmaken, moeten vitamines via voedsel opgenomen worden.
De eerder genoemde vitamine D, daarentegen, kan niet alleen via voedsel aan het lichaam worden geleverd, zoals andere vitamines, maar ook via andere methoden, zoals voldoende zonlicht, dat het lichaam stimuleert vitamine D aan te maken. Bovendien wordt vitamine D ook vaak aangevuld (1).
(Image source: Dariusz Czapski / unsplash)
Vitamine D is in het lichaam vooral nodig om de botstofwisseling te ondersteunen. Dit wordt mogelijk gemaakt door de positieve effecten van vitamine D op de absorptie van calcium en fosfaat (2). De twee belangrijkste vormen waarin vitamine D kan voorkomen zijn vitamine D2 en vitamine D3, die beide ook calciferolen genoemd worden.
Wat is vitamine D2?
Vitamine D2, ook bekend als ergocalciferol, is een vitamine D groep die vooral in plantaardige voedingsmiddelen voorkomt. De genoemde planten kunnen idealiter daglicht gebruiken om een fotochemische reactie op gang te brengen die leidt tot de vorming van vitamine D2.
Na opname via de voeding wordt vitamine D2 naar de lever getransporteerd waar het in calcidiol wordt omgezet. Het wordt dan naar de nieren getransporteerd waar calcitriol wordt aangemaakt. Dit is nodig om de botten van calcium te voorzien en om de darmen te helpen calcium en fosfaat op te nemen (1).
Omdat vitamine D2 uitsluitend in plantaardige producten zoals paddenstoelen voorkomt, is deze bron van vitamine D bijzonder geschikt voor veganisten en vegetariërs. Bovendien kan vitamine D2 ook via supplementen worden ingenomen.
Op dit punt moet echter vermeld worden dat vitamine D2 supplementen in Europa nauwelijks gebruikt worden. Het beeld is echter anders in de VS, waar vitamine D2 vaak aan patiënten wordt toegediend.
Dat vitamine D2 in Europa minder vaak gebruikt wordt dan vitamine D3 kan te maken hebben met het feit dat vitamine D3 beschouwd wordt als de effectievere vitamine D groep. Dit komt omdat, als men dezelfde effecten met vitamine D2 wil bereiken, vitamine D2 in veel hogere doses toegediend moet worden (3).
Wat is vitamine D3?
In tegenstelling tot vitamine D2 komt vitamine D3, ook bekend als cholecalciferol, alleen voor in dierlijke producten. Tot de voedingsmiddelen die het meeste vitamine D bevatten behoren diepzeevis, zuivelproducten en orgaanvlees. Net als vitamine D2 is vitamine D3 vooral nodig door de lever en de nieren om het hormoon calcitriol te produceren (1).
Vitamine D3 kan echter niet alleen goed opgenomen worden via voedsel, maar ook door directe blootstelling aan zonlicht. In de winter is dit echter maar beperkt mogelijk door de korte uren zonneschijn en de zwakke stralen van de zon.
Een bezoek aan een solarium kan helpen, maar voorzichtigheid is geboden, want de intensiteit van de stralen kan ook te sterk zijn en dit kan het risico op het ontstaan van huidkanker verhogen (4).
Zoals reeds gezegd wordt in Europa vooral vitamine D3 gebruikt, omdat het doeltreffender gebleken is dan vitamine D2. Vitamine D3 heeft de neiging het vitamine D gehalte in het bloed meer te verhogen dan vitamine D2, soms zelfs tweemaal zo veel. Er kan dus geen gelijkwaardigheid aan de twee vormen worden toegekend wat betreft hun effect (5, 6).
Achtergrond: Wat je moet weten over vitamine D en vitamine D3
Voordat we je de concrete verschillen tussen vitamine D en vitamine D3 voorleggen, hebben we de belangrijkste achtergrondinformatie over dit onderwerp in de volgende paragrafen samengevat.
Waarom heeft het lichaam vitamine D en vitamine D3 nodig?
Bovendien wordt gedacht dat vitamine D ook positieve effecten heeft op het immuunsysteem en de afremming van ziekten. Omdat vitamine D bijdraagt tot de vorming van nieuwe T-cellen, die nodig zijn om ziekten af te weren, kan het immuunsysteem op lange termijn versterkt worden (7).
In deze tabel vind je een kort overzicht van de invloed van vitamine D op verschillende ziekten:
ziekte | werking |
---|---|
depressie | Vitamine D stimuleert de aanmaak van het gelukshormoon serotonine. Hoe lager de serotonine, hoe vatbaarder men is voor depressieve stemmingen. Vitamine D heeft dus een positieve invloed op de stemming en helpt depressieve verschijnselen te verlichten (8). |
Cancer | Vitamine D, in combinatie met calcium, heeft ook invloed op het kankerrisico. Deze combinatie kan de kans op het ontstaan van kanker verminderen (9). |
Hart- en vaatziekten | Adequate vitamine D niveaus kunnen verlaging van de HDL concentraties in het bloed voorkomen en daardoor het risico op hart- en vaatziekten verhogen (10). |
Asthma | Men heeft ontdekt dat de longfunctie verslechtert bij mensen die een heel laag vitamine D gehalte hebben, net als de glucocorticoïde respons. Tegelijk is er een hogere hyperreactiviteit van de ademhalingswegen. Vitamine D kan helpen deze niveaus te verbeteren, astma te behandelen en de ziekteprogressie te verzachten (11). |
Diabetes type 2 | In de loop van een studie werd ontdekt dat een laag vitamine D gehalte geassocieerd kan worden met een slechtere insulineresistentie. Daardoor kan diabetes 2 gemakkelijk uitgelokt worden (12). |
Hoeveel vitamine D en D3 heeft het lichaam nodig?
Idealiter is er een vitamine D gehalte van ongeveer 70-80 nmol/l (13).
Ouderen worden bijzonder vaak getroffen door een tekort aan vitamine D omdat ze, als hun mobiliteit beperkt is, veel tijd thuis doorbrengen en weinig in de zon zijn. Om de ideale vitamine D spiegel van 70-80 nmol/l te bereiken, raadt het IOF deze mensen een dosis van 800-1000 IU per dag aan (13).
Als je de richtlijnen voor de andere leeftijdsgroepen bekijkt, blijkt dat zuigelingen jonger dan één jaar ongeveer 400 IE per dag moeten binnenkrijgen, terwijl mensen van 1-60 jaar een dosis van ongeveer 600 IE vitamine D per dag wordt aanbevolen (13).
Vitamine D kun je uit voedsel halen of, in het geval van vitamine D3, uit zonlicht. Daarnaast is het mogelijk voedingssupplementen, d.w.z. supplementen, te nemen. Deze moeten echter altijd met een arts besproken worden.
Wat gebeurt er bij een vitamine D of vitamine D3 tekort?
Vooral mensen die weinig tijd buiten hun eigen vier muren doorbrengen en een groot deel van hun huid bedekken hebben er last van. Daarnaast speelt ook huidskleur een rol, want op een lichte huid kan gemakkelijker vitamine D gevormd worden dan op een donkere huid. Behalve mensen die veel thuis zijn, kunnen ook zuigelingen in de risicogroep geplaatst worden, omdat ze tegen de zon beschermd moeten worden (4).
De gevolgen van een tekort aan vitamine D kunnen zich op verschillende manieren manifesteren.
Bij jonge mensen, zoals zuigelingen en kinderen, kan te weinig vitamine D betekenen dat de botten niet kunnen worden versterkt. Daardoor blijven ze zacht en zijn ze ook gemakkelijk te vervormen. In dit verband spreekt men van zogenaamde rachitis (14).
De gevolgen van een vitamine D tekort kunnen ook bij volwassenen herkend worden. Omdat de botten niet voldoende gemineraliseerd zijn, kunnen ze weer zacht worden, wat ook wel osteomalacie genoemd wordt. Bovendien wordt ook vaak een verstoring van het botmetabolisme gevonden. Een direct gevolg kan osteoporose zijn, vooral bij oudere mensen (14).
Hoe kunnen vitamine D en vitamine D3 ingenomen worden?
Hoeveel vitamine D werkelijk in het lichaam komt wordt door verschillende factoren bepaald. Daartoe behoren bijvoorbeeld de geografische ligging, de tijd van het jaar, de stand van de zon en de kleding.
Naast voeding en zonlicht zijn er ook tabletten en druppels en oliën en crèmes die de opname van vitamine D kunnen bevorderen. Hoe goed welke methode werkt hangt ook af van het type persoon. Supplementen kunnen echter ook bijwerkingen hebben, dus voorzichtigheid is geboden (16).
Moet men vitamine D en D3 supplementeren?
Om vitamine D op te nemen moet zoveel mogelijk gebruik gemaakt worden van natuurlijke methoden, zoals voeding en zonlicht. Als je ondanks zonlicht en voedsel nog steeds een laag vitamine D peil hebt, kun je ook orale en transdermale supplementen nemen.
Tegelijkertijd is het belangrijk op te merken dat er verschillende factoren zijn die bepalen hoe goed vitamine D wordt opgenomen. Behalve lichaamsgewicht spelen ook lichaamsbeweging, huidpigmentatie, leeftijd en genetische aanleg een belangrijke rol. Verder moet ook rekening gehouden worden met de dosering en de vitamine D groep die voor de suppletie gebruikt worden (16).
Wat gebeurt er bij een overdosis vitamine D of vitamine D3?
Vergiftiging kan door verschillende factoren veroorzaakt worden. Waarschijnlijk de meest voorkomende oorzaak van vitamine D intoxicatie is een te lange of overdosis inname van vitamine D via supplementen. Bovendien kan een niet goed functionerende stofwisseling ook leiden tot vitamine D vergiftiging (18).
Te hoge vitamine D waarden leiden tot calcium overdosis, ook wel hypercalcaemie genoemd. De directe gevolgen zijn duizeligheid, desoriëntatie, misselijkheid en braken, buikkrampen, en ook een sterk dorstgevoel en uitdroging. Vergiftiging kan echter ook een veel ernstiger verloop nemen en nierbeschadiging of zelfs de dood veroorzaken (18).
Wat is het verschil tussen vitamine D en vitamine D3?
Als je je inleest over vitamine D, zul je merken dat vitamine D en vitamine D3 vaak als synoniemen gebruikt worden. Omdat in Europa bijna uitsluitend vitamine D3 en niet vitamine D2 gebruikt wordt, wordt eigenlijk vaak vitamine D3 bedoeld. Toch moet er een onderscheid gemaakt worden tussen de twee termen.
De verschillen tussen vitamine D, vooral vitamine D2, en vitamine D3 manifesteren zich op verschillende niveaus. Om je een beter inzicht in deze te geven, hebben we ze uitgewerkt en kort samengevat in de volgende paragrafen.
Verschil 1: Voedsel
De aanmaak van vitamine D3 wordt vooral gestimuleerd door zonlicht op de huid. Vitamine D3 kan ook via voedsel worden opgenomen. Vitamine D3 vind je vooral in dierlijke producten.
De voedingsmiddelen (19) die de meeste vitamine D3 bevatten zijn onder andere:
- Vette vis zoals zalm, makreel of haring
- Eigeel
- Vlees
- Slachtafval zoals lever en nieren
Daarnaast is er ook vitamine D3 die uit planten wordt gehaald, onder andere uit bepaalde soorten korstmossen. Daarom is vitamine D3 ook verkrijgbaar in veganistische vorm (19).
Vitamine D, daarentegen, kan zowel uit dierlijke als uit plantaardige producten verkregen worden, omdat het uit verschillende vitamine D groepen kan bestaan. Daaronder is, zoals reeds beschreven, ofwel vitamine D3 ofwel vitamine D2, die zuiver van plantaardige productie afkomstig is. De koplopers zijn paddestoelen die in het wild groeien en van veel zonlicht genieten (19).
Er zijn ook enkele voedingsmiddelen die met vitamine D2 of D3 verrijkt zijn. Hiertoe behoren vooral zuivelproducten zoals yoghurt, melk en margarine, maar ook muesli of sappen kunnen extra vitamine D bevatten. Deze producten zijn vooral verkrijgbaar in de VS en het VK (19).
In de volgende tabel hebben we de belangrijkste producten en hun vitamine D waarden samengevat:
Product | Vitamine D waarden per 100 gram |
---|---|
Haring | ≈ 31 microgram |
Zalm | ≈ 16 microgram |
Oesters | ≈ 8 microgram |
Gerookte paling | ≈ 90 microgram |
Levertraan | ≈ 300 microgram |
Runderlever | ≈ 1,7 microgram |
Kippenlever | ≈ 1,3 microgram |
Gouda | ≈ 1,3 microgram |
Porcini paddestoelen | ≈ 3,1 microgram |
Paddestoelen | ≈ 1,9 microgram |
Verschil 2: Inname
Maar de inname van vitamine D kan er ook anders uitzien. Een mogelijkheid is om het lichaam via de voeding van vitamine D te voorzien. Dit komt omdat, zoals hierboven beschreven, kleine doses vitamine D2 en vitamine D3 in bepaalde voedingsmiddelen voorkomen.
In het geval van vitamine D3 is er echter nog een andere mogelijkheid, namelijk vitamine D vorming via zonlicht op de huid. In dit verband speelt het 7-dehydrocholesterol dat in een van de huidlagen aanwezig is een belangrijke rol.
Als de huid aan voldoende zonlicht blootgesteld wordt, wordt het 7-dehydrocholesterol door middel van fotolyse omgezet in cholecalciferol, d.w.z. vitamine D3, en in het lichaam opgenomen (20, 21).
(Image source: Herbert Goetsch / unsplash)
Vitamine D3 kan, in tegenstelling tot andere vormen van vitamine D, opgenomen worden via zonlicht of via voedsel en supplementen. Andere vitamine D groepen, zoals vitamine D2, kunnen echter alleen via voedsel of supplementen worden opgenomen. Hoe vitamine D geabsorbeerd wordt hangt dus sterk samen met de respectieve vitamine D groep.
Verschil 3: Omzetting
Als je de omzetting van de vitaminegroepen in het lichaam nader bekijkt, valt op dat die sterk kunnen verschillen. Vergeleken met vitamine D2 kan vitamine D3 gemakkelijker en sneller via het bloed getransporteerd worden. Dit komt doordat vitamine D3 een betere binding heeft ten opzichte van de transportmoleculen. Zo wordt vitamine D3 ook beter omgezet dan andere vormen van vitamine D (22).
Verder wordt gezegd dat vitamine D in de vorm van vitamine D2 een minder blijvend effect heeft dan vitamine D3. In tegenstelling tot vitamine D2 houdt vitamine D3 de bloedspiegel hoog en zorgt er zo voor dat de vitamine D3 lang kan werken. (23)
Als we de lever, waar beide vitamine D groepen verwerkt en omgezet worden, nader bekijken, zien we dat het orgaan sterker reageert op vitamine D3. De enzymen die verantwoordelijk zijn voor de omzetting van vitamine D2 en D3 in vitamine D zetten vitamine D3 gemakkelijker om dan andere vormen van vitamine D zoals vitamine D2 (24).
Verschil 4: Effectiviteit
Er is veel discussie en onderzoek over de effectiviteit van de verschillende vitamine D groepen. In de loop van een studie werd ontdekt dat de 25(OH)D waarden, d.w.z. de calcidiolwaarden, meer verhoogd kunnen worden door vitamine D3 dan door vitamine D2, wat betekent dat er geen gelijkwaardigheid is tussen de twee vitamine D groepen (25).
Vitamine D3 heeft een beduidend hogere werkzaamheid in het lichaam dan andere vitamine D groepen (22) .
Een studie van de Britse Universiteit van Surrey kwam tot een soortgelijke conclusie. Hieruit bleek dat een testgroep die vitamine D3 had ingenomen een beduidend hogere verhoging van de vitamine D-spiegel kon bereiken dan de groep die vitamine D2 had gekregen.
Bovendien waren de vitamine D-spiegels in het bloed van de vitamine D2 proefpersonen maar half zo hoog als die van de vitamine D3 groep (26).
De grotere werkzaamheid heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat vitamine D3 gemakkelijk opgenomen en in het bloed getransporteerd wordt. Bovendien kan vitamine D3 langer werkzaam zijn dan andere vitamine D groepen omdat het niet zo snel wordt uitgescheiden (22).
Conclusie
Is vitamine D3 dus hetzelfde als vitamine D? Nee. Vitamine D3 is inderdaad vitamine D, maar het is slechts een subgroep van het hormoon. Omdat vitamine D ook gevormd kan worden door vitamine D2, is niet elke vitamine D automatisch en uitsluitend vitamine D3. Daarom is voorzichtigheid geboden bij het synoniem gebruiken van de termen.
Zoals gebleken is, zijn er beslist opmerkelijke verschillen tussen vitamine D3 en vitamine D. Terwijl vitamine D uit subgroepen als vitamine D2 alleen via voedsel en supplementen kan worden opgenomen, wordt vitamine D3 bovendien gevormd door zonlicht op de huid. Bovendien kan het vitamine D peil in het lichaam heel snel en effectief verhoogd worden met behulp van vitamine D3.
Beeldbron: SUNTIVIRIYANON/ 123rf.com
Referenties (26)
1.
Nair R, Maseeh A. Vitamin D: The "sunshine" vitamin. J Pharmacol Pharmacother. 2012;3(2):118-126. doi:10.4103/0976-500X.95506 [kb_citation id=”X”]
Bron
2.
Khazai N, Judd SE, Tangpricha V. Calcium and vitamin D: skeletal and extraskeletal health. Curr Rheumatol Rep. 2008;10(2):110-117. doi:10.1007/s11926-008-0020-y
Bron
3.
Glendenning, Paul, et al. "Calculated Free and Bioavailable Vitamin D Metabolite Concentrations in Vitamin D-deficient Hip Fracture Patients After Supplementation With Cholecalciferol and Ergocalciferol." Bone, vol. 56, no. 2, 2013, pp. 271-5.
Bron
4.
Ausgewählte Fragen und Antworten zu Vitamin D
Gemeinsame FAQ des BfR, der DGE und des MRI vom 22. Oktober 2012
Bron
5.
H M Trang, D E Cole, L A Rubin, A Pierratos, S Siu, R Vieth, Evidence that vitamin D3 increases serum 25-hydroxyvitamin D more efficiently than does vitamin D2, The American Journal of Clinical Nutrition, Volume 68, Issue 4, October 1998, Pages 854–858, https://doi.org/10.1093/ajcn/68.4.854
Bron
6.
Tripkovic L, Lambert H, Hart K, et al. Comparison of vitamin D2 and vitamin D3 supplementation in raising serum 25-hydroxyvitamin D status: a systematic review and meta-analysis. Am J Clin Nutr. 2012;95(6):1357-1364. doi:10.3945/ajcn.111.031070
Bron
7.
Konijeti GG, Arora P, Boylan MR, et al. Vitamin D Supplementation Modulates T Cell-Mediated Immunity in Humans: Results from a Randomized Control Trial. J Clin Endocrinol Metab. 2016;101(2):533-538. doi:10.1210/jc.2015-3599
Bron
8.
Khoraminya N, Tehrani-Doost M, Jazayeri S, Hosseini A, Djazayery A. Therapeutic effects of vitamin D as adjunctive therapy to fluoxetine in patients with major depressive disorder. Aust N Z J Psychiatry. 2013;47(3):271-275. doi:10.1177/0004867412465022
Bron
9.
Joan M Lappe, Dianne Travers-Gustafson, K Michael Davies, Robert R Recker, Robert P Heaney, Vitamin D and calcium supplementation reduces cancer risk: results of a randomized trial, The American Journal of Clinical Nutrition, Volume 85, Issue 6, June 2007, Pages 1586–1591, https://doi.org/10.1093/ajcn/85.6.1586
Bron
10.
Maki KC, Rubin MR, Wong LG, et al. Serum 25-hydroxyvitamin D is independently associated with high-density lipoprotein cholesterol and the metabolic syndrome in men and women. J Clin Lipidol. 2009;3(4):289-296. doi:10.1016/j.jacl.2009.07.003
Bron
11.
Sutherland ER, Goleva E, Jackson LP, Stevens AD, Leung DY. Vitamin D levels, lung function, and steroid response in adult asthma. Am J Respir Crit Care Med. 2010;181(7):699-704. doi:10.1164/rccm.200911-1710OC
Bron
12.
Kelly A, Brooks LJ, Dougherty S, Carlow DC, Zemel BS. A cross-sectional study of vitamin D and insulin resistance in children. Arch Dis Child. 2011;96(5):447-452. doi:10.1136/adc.2010.187591
Bron
13.
Vitamin D, IOF International Osteoporosis Foundation
Bron
14.
Chang SW, Lee HC. Vitamin D and health - The missing vitamin in humans. Pediatr Neonatol. 2019;60(3):237-244. doi:10.1016/j.pedneo.2019.04.007
Bron
15.
Boucher BJ. The problems of vitamin d insufficiency in older people. Aging Dis. 2012;3(4):313-329.
Bron
16.
Stokes CS, Lammert F. Vitamin D supplementation: less controversy, more guidance needed. F1000Res. 2016;5:F1000 Faculty Rev-2017. Published 2016 Aug 17. doi:10.12688/f1000research.8863.1
Bron
17.
Pilz S, Zittermann A, Trummer C, et al. Vitamin D testing and treatment: a narrative review of current evidence. Endocr Connect. 2019;8(2):R27-R43. doi:10.1530/EC-18-0432
Bron
18.
Marcinowska-Suchowierska E, Kupisz-Urbańska M, Łukaszkiewicz J, Płudowski P, Jones G. Vitamin D Toxicity-A Clinical Perspective. Front Endocrinol (Lausanne). 2018;9:550. Published 2018 Sep 20. doi:10.3389/fendo.2018.00550
Bron
19.
Vitamin D and Health, SACN Scientific Advisory Committee on Nutrition 2016
Bron
20.
Holick MF. Ultraviolet B Radiation: The Vitamin D Connection. Adv Exp Med Biol. 2017;996:137-154. doi:10.1007/978-3-319-56017-5_12
Bron
21.
Holick MF. Sunlight, UV-radiation, vitamin D and skin cancer: how much sunlight do we need?. Adv Exp Med Biol. 2008;624:1-15. doi:10.1007/978-0-387-77574-6_1
Bron
22.
Hollis BW. Comparison of equilibrium and disequilibrium assay conditions for ergocalciferol, cholecalciferol and their major metabolites. J Steroid Biochem. 1984;21(1):81-86. doi:10.1016/0022-4731(84)90063-3
Bron
23.
Jones KS, Assar S, Harnpanich D, et al. 25(OH)D2 half-life is shorter than 25(OH)D3 half-life and is influenced by DBP concentration and genotype. J Clin Endocrinol Metab. 2014;99(9):3373-3381. doi:10.1210/jc.2014-1714
Bron
24.
Holmberg I, Berlin T, Ewerth S, Björkhem I. 25-Hydroxylase activity in subcellular fractions from human liver. Evidence for different rates of mitochondrial hydroxylation of vitamin D2 and D3. Scand J Clin Lab Invest. 1986;46(8):785-790. doi:10.3109/00365518609084051
Bron
25.
Binkley N, Gemar D, Engelke J, et al. Evaluation of ergocalciferol or cholecalciferol dosing, 1,600 IU daily or 50,000 IU monthly in older adults. J Clin Endocrinol Metab. 2011;96(4):981-988. doi:10.1210/jc.2010-0015
Bron
26.
Laura Tripkovic, Louise R Wilson, Kathryn Hart, Sig Johnsen, Simon de Lusignan, Colin P Smith, Giselda Bucca, Simon Penson, Gemma Chope, Ruan Elliott, Elina Hyppönen, Jacqueline L Berry, Susan A Lanham-New, Daily supplementation with 15 μg vitamin D2 compared with vitamin D3 to increase wintertime 25-hydroxyvitamin D status in healthy South Asian and white European women: a 12-wk randomized, placebo-controlled food-fortification trial, The American Journal of Clinical Nutrition, Volume 106, Issue 2, August 2017, Pages 481–490, https://doi.org/10.3945/ajcn.116.138693
Bron